Net nu er onrust is binnen Denk, waagt de islamitisch geïnspireerde partij Nida de sprong naar Den Haag. Met wortels in de Rotterdamse raad en een uitgesproken maatschappelijk programma wil de partij meer zijn dan ‘Denk-light’. En dat is ze ook, zegt John Bijl: ‘Als je Denk een moslim-SGP noemt, dan is Nida een moslim-GroenLinks.’
De vergelijking van Bijl maakt duidelijk dat de verschillen tussen de twee partijen inhoudelijk groter zijn dan vaak wordt aangenomen. ‘Denk is conservatief, hiërarchisch en traditioneel. Nida daarentegen is progressief, ecologisch en nadrukkelijk inclusief. Daar zie je ook veel meer vrouwen.’ De wens om ‘de islam normaler te maken’ vertaalt zich bij Nida in subtiele symboliek en spirituele diepgang. Niet schreeuwerig, maar maatschappelijk betrokken en geworteld in de stad.
De opkomst van Nida toont dat politieke representatie meer is dan doelgroepdenken. Het gaat ook over toon, inspiratie en organisatiecultuur. Waar Denk de confrontatie kiest, zoekt Nida de verbinding – en juist dat maakt de vergelijking relevant. Niet als strijd tussen partijen, maar als spiegel voor het bredere politieke spectrum: er is meer dan secularisme of identiteitspolitiek. Ook spiritualiteit kan een politieke taal zijn.
Waar Denk begon in de Tweede Kamer en zich pas later lokaal organiseerde, heeft Nida het tegenovergestelde pad gevolgd: langzaam opgebouwd vanuit Rotterdam, met inmiddels ook zetels in Den Haag en Almere. De partij richt zich op thema’s als duurzaamheid, sociale rechtvaardigheid en religieuze diversiteit, en zoekt haar inspiratie in universele islamitische waarden. Van schuldenkwijtschelding tot gebedsruimte, van klimaat tot rustmoment.