Mag een college informatie weigeren als het ‘ongemakkelijk’ voelt? In Bloemendaal schuurt het collegevoorstel langs de randen van de wet – en raakt het het hart van het democratisch samenspel.
In Bloemendaal wil het college strengere eisen stellen aan informatieverzoeken van raadsleden. Wie onvoldoende motiveert, in een rechtszaak verwikkeld is, of de schijn van belang heeft, zou kunnen worden afgescheept. Op het oog een voorstel voor zorgvuldigheid – maar in werkelijkheid raakt het de kern van het duale bestel. Want het recht op informatie is geen gunst van het college, maar een fundamenteel instrument van de raad.
Het college baseert zich op artikel 169, lid 3 van de Gemeentewet: inlichtingen kunnen worden geweigerd ‘indien het verstrekken in strijd is met het openbaar belang’. Maar dat criterium is bedoeld voor uitzonderingen – niet als standaardfilter. ‘In feite wil het college niet telkens de vragen van díé fractie moeten beantwoorden’, stelt John Bijl, directeur van het Periklesinstituut. ‘Maar om dat niet openlijk te doen, komen ze nu met een algemeen voorstel.’ Daarmee dreigt willekeur en raakt de hele raad in haar controlerende taak belemmerd.
Bijl herkent de bestuurlijke context: ‘Bloemendaal is een goed voorbeeld van een gemeente met een lastige bestuurscultuur. Er is al jaren een conflict met Rob Slewe, nu raadslid, en tegen fractievoorzitter Marielys Roos loopt een strafzaak.’ Toch ontslaat dat het college niet van zijn democratische plichten. ‘Dat Slewe informatie opvraagt over een dossier waarin hij privé verwikkeld is, is superonhandig. Maar de reactie van het college is net zo buiten proportie.’
De casus toont vooral hoe kwetsbaar het evenwicht is tussen recht en redelijkheid. Raadsleden hebben een informatieplicht én een morele verantwoordelijkheid. Maar colleges moeten verdragen dat raadsleden lastig kunnen zijn – juist dat is wat democratie van bestuurders vraagt.