Voor de uitvoering van de Participatiewet heeft de gemeenteraad geen beleidskaders vastgesteld. Daar gaan ze spijt van krijgen, zegt John Bijl tegen Binnenlands Bestuur. ‘Dan krijg je een debat dat alle kanten op kan waaien.’
Met een politiek kader geeft de gemeenteraad richting aan beleid. De gemeenteraad van Enschede besloot daar voor het werken met de Participatiewet vanaf te zien. Het college gaat uitvoering aan de Wet geven zonder door de gemeenteraad bepaalde beleidsrichting. Onhandig, vindt John Bijl. ‘En bovendien is het echt een veronachtzaming van het hoogste bestuursorgaan.’
Het is vooral ongemakkelijk voor de raad zelf. ‘Het wordt straks lastig als het om de controle gaat. Hoe moet de raad controleren of de uitvoering voldoende is?’ De raad zal nu zelf allerlei andere bronnen bijeen moeten sprokkelen om te zien of de participatiewet wel het gewenste resultaat heeft opgeleverd. Daarnaast, denkt Bijl, zal iedere fractie wellicht een ander beeld hebben bij wat dat gewenste resultaat hoort te zijn. Het kaderstellend debat wordt daarmee pas achteraf gevoerd.
Zeker bij nieuw beleid is het juist nodig dat de raad zelf bepaalt waar het college op uit moet komen, vindt Bijl. ‘Het nodig dat de raad richting geeft. Door over de kaders te debatteren wordt scherper geformuleerd welke kant de gemeente op wil. En daar wordt het beleid beter van. Dat is in Enschede nu niet gebeurd en dat is jammer.’
Bijl weet maar al te goed wat beleid zonder vooraf bepaalde politieke richting doet. ‘Bij de Wmo heb je hetzelfde gezien. Daar werden geen kaders gesteld en hebben ze dat achteraf gedaan door te beoordelen wat de mensen in het veld hebben gedaan. Dat kost geld, tijd en levert wantoestanden op. Alsof je zegt “hier heb je 100 euro om boodschappen te doen voor het kerstdiner”. En dat je dan achteraf gaat zeuren als iemand biefstuk in plaats van kalkoen heeft gekocht.’
Het huidige beleidsdocument zal waarschijnlijk.ijk niet genoeg zijn, vreest Bijl. ‘Al je dat soort beleidsdocumenten uit andere gemeenten eens op een rijtje zet, zit daar altijd veel “puppie-ogentaal” bij,’ weet Bijl. ‘Het had veel prettiger geweest als de raad een debat had gevoerd en een stempel had gezet. Het is een beetje als met huwelijkse voorwaarden. Als je uit elkaar krijgt, krijg je een cd van jou, cd van mij discussie. Je kunt nu nergens zien waar de raad zich wel of niet over uitgesproken heeft.’
Dat het college niet op tijd in staat was een beleiddsdocument op te leveren, vindt Bijl geen steekhoudend verweer. ‘De raad had natuurlijk ook zelf met een kaderstellend document kunnen komen. Ze hoeven echt niet te wachten tot de wethouder dat doet.’